|
|
Het DUDOK Ensemble
– de dirigent Artistiek leider van het Dudok Ensemble is dirigent Johan Rooze. Hij begon zijn studie aan het Utrechts conservatorium aanvankelijk bij Polo de Haas, met piano als hoofdvak. Maar ‘converseren' met alleen de piano bleek al gauw een te smalle basis voor zijn muzikale ontwikkeling en energie en dus stapte hij over naar koordirectie waarvoor hij in 1986 zijn diploma uitvoerend musicus behaalde. Al tijdens zijn studietijd werd Johan Rooze dirigent van de Close Harmony groep 'Dekoor’ waarmee hij in 1994 de eerste prijs won op het Nationaal Vocal Group Festival en in de jaren daarna tweemaal goud kreeg op het Nederlands Koren Festival. Met dit ensemble maakte Rooze toernees naar Letland, Canada en de Verenigde Staten. Masterclasses bij dirigenten als Jeremy Jackson, Robert Sund, Jonathan Rathbone maar vooral close-harmony specialist per excellence Ward Swingle, gaven een onmisbaar fundament onder Rooze’s capaciteiten als arrangeur en koorleider. Maar ook op het klassieke vlak heeft hij zijn sporen verdiend, al was het maar vanwege zijn werk als kerkmusicus in Zaandam en Hilversum, waar hij inmiddels bijna een kwart eeuw van zijn leven ervaring mee heeft opgedaan. Heel andere ervaringen deed Rooze op als dirigent bij de Utrechtse Operette Stichting en als koorleider bij de Jongeren Oratorium Vereniging (JOV) in Hilversum. Met het laatste ensemble waagde hij zich aan de Nicholas Cantata van Benjamin Britten of Bernstein’s Chichester Psalms, net zo gemakkelijk als aan Händel’s Messiah, Duruflé’s populaire requiem en meer in de markt liggende werken van Haydn, Mozart en Bach. Met Bach onderhoudt Rooze een bijzondere band blijkens zijn activiteiten bij de Bach Cantorij Baarn (sinds 1995), de Utrechtse Bach-cantatediensten (sinds 1994) en natuurlijk het Dudok Ensemble waarmee hij in Bach-jaar 2000 de Matthäus Passion zal uitvoeren in Huizen en Hilversum. Rooze is sinds 1985 als docent verbonden aan de Muziekschool VML in Hilversum en sinds 1991 als docent koordirectie verbonden aan het Conservatorium van Alkmaar. Hij is incidenteel gastdirigent bij onder andere het Groot Omroepkoor, treedt van tijd tot tijd aan als piano-begeleider van solisten en koren en is tenslotte een veelgevraagd jurylid bij koorfestivals en -concoursen.
Het DUDOK Ensemble - Vaste solisten Peter Doberitz, afkomstig uit Hamburg, studeerde aldaar cello bij Prof. A. Troester. Al tijdens zijn studietijd speelde hij in het Nationaal Orkest van IJsland en vervolgde daarna zijn studie in Zürich. In 1962 kwam zijn benoeming tot solocellist van het orkest in Aalborg waarmee hij zowel in Denemarken als in zijn geboorteland veel concerten gaf. In 1969 verhuist de familie Doberitz naar Amsterdam: Peter Doberitz wordt er solocellist in het Amsterdams Philharmonisch Orkest. In 1977 maakt hij in dezelfde hoedanigheid de overstap naar het Radio Philharmonisch Orkest en in 1991 volgt zijn benoeming in het Radio Kamer Orkest, wederom als solocellist. Naast zijn orkestpraktijk maakte Peter Doberitz deel uit van talrijke (ad hoc-) ensembles en beklom in binnen- en buitenland veelvuldig als solist het podium, met cello en met viola da gamba. Jan Paul de Leeuw studeerde rechten aan de Universiteit van Utrecht. Daarnaast volgde hij orgel- en clavecimbellessen bij onder anderen Jan van de Laar en Reitze Smits. Als organist was de Leeuw enkele jaren verbonden aan het Utrechts Studenten Koor en Orkest (USKO). In 1991 richtte hij Consort De Kleine Johannes op om in kleine bezetting Bach’s Johannes Passion uit te kunnen voeren. Met dit ensemble werden onder meer de Lutherse missen van Bach tot klinken gebracht. Voorts stond hij aan de wieg van Capella di San Pietro (genoemd naar de Utrechtse Pieterskerk), een uit professionele vocalisten en instrumentalisten bestaand barokgezelschap dat zich sinds 1993 toelegt op een historisch verantwoorde uitvoering van Bach’s cantatewerk. Als continuospeler treedt Jan Paul de Leeuw regelmatig aan bij uitvoeringen van collega-ensembles zoals de Baarnse Bach Cantorij en het Dudok Ensemble.
Over de Solisten die meewerken aan de Matthäus Passion in 2000 kunt u hier lezen.
|
|
||
